Hooglied 4-5
Bijbeljournal van de besloten hof & tuin
Ze wandelen samen
Uit Hooglied 4-5
Zusje, bruid,
een besloten hof ben jij,
een gesloten tuin,
een verzegelde bron.
Aan jou ontspruit een boomgaard vol granaatappels,
met een overvloed aan vruchten,
hennabloemen, nardusplanten,
nardus en saffraan, kalmoes en kaneel,
wierookbomen, allerlei soorten,
mirre, aloƫ,
balsems, allerfijnst.
Je bent een bron omringd door tuinen,
een put met helder water,
een bergbeek van de Libanon.
Mijn lief moet in zijn hof komen,
laat hij daar zijn zoete vruchten proeven.
Hier ben ik in mijn hof,
zusje, bruid van mij.
Ik pluk mijn mirre en mijn balsem,
ik eet mijn honing uit mijn honingraat,
ik drink mijn melk en mijn wijn.
Wat een mooie tuin. Die handen vind ik ook heel goed gevonden.
BeantwoordenVerwijderen