Mijn Bijbeljournal van Jona 2
De grote vis en Jona zit er in
Jona 2
De HEER liet Jona opslokken door een grote vis.
Drie dagen en drie nachten
zat Jona in de buik van de vis.
π³
Toen begon hij in de buik van de vis
tot de HEER, zijn God, te bidden
π³
In mijn nood riep ik de HEER aan
en Hij antwoordde mij
π³
Uit het rijk van de dood schreeuwde ik om hulp –
U hoorde mijn stem!
π³
U slingerde mij de diepte in,
naar het hart van de zee.
Kolkend water heeft mij omgeven,
zwaar sloegen uw golven over mij heen.
π³
Het water sneed mij de adem af.
Muren van water hebben mij omgeven,
met wier is mijn hoofd omwonden.
π³
Toen mijn levensadem mij verliet,
riep ik U aan, HEER,
π³
mijn gebed kwam tot U in Uw heilige tempel.
π³
ik zal mijn stem in dank verheffen
en U offers brengen;
mijn geloften los ik in.
Het is de HEER die redt!
π³
Op bevel van de HEER,
spuwde de vis Jona uit op het droge.
Wat valt mij op?
Komt Jona terug op zijn ongehoorzaamheid?
Hoe is zijn houding tot God in deze situatie?
π¦
Jona roept God aan in zijn benauwdheid!
π₯΄
Is hij zich bewust dat
God hem in deze situatie bracht?
π
Herken je wat bij jezelf in dit gedeelte?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten