dinsdag 5 maart 2013

De hand van de pottenbakker

Jeremia 18:2-6 
 Ik ging naar een werkplaats, 
waar een pottenbakker juist op zijn draaischijf aan het werk was. 
ls de pot die hij maakte mislukte, 
begon hij opnieuw en vormde hij de klei tot een andere pot, 
precies zoals hij zich die had voorgesteld.    
De HEER zei:  ....... 
Immers, jullie zijn in mijn handen als 
klei in de handen van een pottenbakker.

Jes. 29:16   
 Is de klei soms meer dan de pottenbakker?  
 Kan het maaksel over zijn maker zeggen: 
"Hij heeft mij niet gemaakt?" 
Of het aardewerk over de pottenbakker:
 "Hij brengt er weinig van terecht?"


Jes.45:9      
Wee hem die met zijn Formeerder twist, 
een scherf onder aarden scherven. 
Zal ook het leem tot zijn vormer zeggen: 
Wat maakt gij? 
of uw werk: 
Hij heeft geen handen?

Jes.64:8        
Maar nu, HERE, Gij zijt onze Vader;
 wij zijn het leem, 
Gij zijt onze Formeerder en 
wij allen zijn het werk van uw hand.


Rom.9:21         
Heeft de pottenbakker niet de vrijheid om van 
dezelfde klomp klei zowel een 
kostbare vaas als een 
alledaagse pot te maken?

Jeremia 23:9
Gebroken ben ik, 
heel mijn lichaam beeft, 
ik lijk wel dronken, 
beneveld door wijn – door toedoen van de HEER, 
door zijn heilige woorden.



3 opmerkingen: