Dit was één van de eerste verhalen,
die ik heb gehoord uit de Bijbel.
Ik zat voor een korte tijd op een chr. School.
Het is mij altijd bijgebleven.
Vandaag heb ik het uitgewerkt in mijn Journaling.
Luk.16:9-31
En er was een rijk man,
die gekleed ging in purper en fijn linnen en
elke dag schitterend feest hield.
En er was een bedelaar, Lazarus genaamd,
vol zweren, neergelegd bij zijn voorportaal,
die verlangde zijn honger te stillen met
wat van de tafel van de rijke afviel;
zelfs kwamen de honden zijn zweren likken.
Het geschiedde, dat de arme stierf en
door de engelen gedragen werd in Abrahams schoot.
Ook de rijke stierf en hij werd begraven.
En toen hij in het dodenrijk
zijn ogen opsloeg onder de pijnigingen,
zag hij Abraham van verre en Lazarus in zijn schoot.
En hij riep en zei: Vader Abraham,
heb medelijden met mij en zend Lazarus,
opdat hij de top van zijn vinger in water dope en mijn tong verkoeld,
want ik lijd pijn in deze vlam.
Maar Abraham zei:
Kind, herinner u, hoe gij het goede tijdens uw leven
hebt ontvangen en
insgelijks Lazarus het kwade;
nu wordt hij hier vertroost en gij lijdt pijn.
En bij dit alles,
er is tussen ons en u een onoverkomelijke kloof, opdat zij,
die vanhier tot u zouden willen gaan,
dit niet zouden kunnen,
en zij vandaar niet aan onze kant zouden kunnen komen.
Doch hij zei:
Dan vraag ik u, vader,
dat gij hem naar het huis van mijn vader zendt,
want ik heb vijf broeders.
Laat hij hen dan ernstig waarschuwen,
dat ook zij niet in deze plaats der pijniging komen.
Maar Abraham zei:
Zij hebben Mozes en de profeten,
naar hen moeten zij luisteren.
Doch hij zei:
Neen, vader Abraham,
maar indien iemand van de doden tot hen komt,
zullen zij zich bekeren.
Doch hij zei tot hem:
Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren,
zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat,
zich niet laten gezeggen.
Het heeft mij diep geraakt...
Wat betekent het voor jou?